Onder het pedagogisch klimaat verstaan we de manier waarop we met de kinderen om willen gaan. Centraal in ons pedagogisch klimaat is voor ons de cirkel van Veiligheid naar Zelfsturing.

De basis is dat een kind zich veilig voelt. Een kind krijgt een gevoel van veiligheid als hij zich gehoord en gezien voelt en serieus genomen weet. De uitgangspunten van Stevens: relatie, competentie en autonomie, sluiten hierbij aan. Daarbij hoort dat we het kind aan willen spreken binnen zijn mogelijkheden. Als een kind zich veilig voelt, ontwikkelt hij een durfhouding. Hij durft iets te ondernemen. We kunnen ook zeggen het kind vertoont “ dapper gedrag ”.

Als je iets durft te ondernemen, durf je ook een oplossing te bedenken. Als je zelf een oplossing kunt bedenken, ben je minder afhankelijk van anderen. Dit vinden wij een belangrijk moment, dat we steeds weer proberen te ontdekken. We zijn er steeds op uit het initiatief van het kind te bevorderen. Aanvankelijk vindt een kind zijn eigen oplossing het beste. De volgende stap is dat het kind leert te luisteren naar oplossingen van anderen en probeert deze mee te wegen voordat hij een keuze maakt. Als je dit kunt, ontstaat er een veld van mogelijkheden. Echter die keuzes moet je ook leren verantwoorden. Waarom heb je dit gekozen? In het begin zullen praktische argumenten aangevoerd worden, maar later kan een kind ook een keuze maken met het oog op de toekomst. Dan is hij in hoge mate zelfsturend bezig.
Wij creëren met elkaar een zo veilig mogelijke omgeving, waarin leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Vanuit een veilige omgeving durft een kind namelijk zijn wereld steeds verder te verkennen en wordt het geprikkeld zich te ontwikkelen. Het zelfvertrouwen van leerlingen groeit door het opdoen van succeservaringen. Het zelf leren verantwoordelijk te zijn voor keuzes en het met respect omgaan met de anderen op school vinden wij belangrijk.

De school is een leefgemeenschap, waarbij waarden als eerlijkheid, respect voor de eigendommen van een ander, besef voor het wel en wee van de medemens voor ons de basis vormen. We willen kinderen op een positieve manier benaderen en vragen van hen een bijdrage te leveren aan een prettig klimaat. Als voornaamste opvoedingsmiddel hanteren we daartoe een rustige, vriendelijke en vertrouwenwekkende omgang. Wij stellen ons positief op tegenover de leerlingen. Leerkrachten en leerlingen werken samen in een sfeer van wederzijds respect.
Door verschillende activiteiten in de klas en schoolbreed te organiseren proberen wij het actief burgerschap te bevorderen. De activiteiten zijn vastgelegd in de leerlijn Burgerschap. Activiteiten kunnen wijzigen of worden aangepast aan actuele ontwikkelingen. Het onderdeel Sociale Competentie gaat de komende jaren een aparte plek krijgen binnen het onderwijsaanbod. Er wordt gekozen voor een methode waarbinnen Burgerschap en Sociale Competentie structureel worden aangeboden. De lessen worden één keer per week gegeven door de leerkracht. De komende jaren wil de school de leerlingen volgen in de ontwikkeling op dit gebied.

Er liggen verschillende stukken, instrumenten en afspraken op dit terrein klaar zoals het pestprotocol, protocol gewenst leerlinggedrag, de gedragsafspraken die in 10 punten zijn geformuleerd en in alle lokalen hangen, afspraken rondom het maken van sociogrammen en het integreren van sociaal-emotionele ontwikkelingsdoelstellingen in ons onderwijs.

Realisatie door:

  • Invoering methode
  • Evaluatie en bijstelling van al in gebruik genomen instrumenten zoals het protocol gewenst leerlinggedrag
  • Opstellen protocol gewenst leerkrachtgedrag